Corona in de Stad Als zondagavond 15 maart 2020 door de corona maatregelen de Amsterdamse horeca per direct de deuren sluit en op de wallen de lichten doven valt er geen onvertogen woord. Een paar toeristen lopen verdwaasd rond tussen gesloten luiken. Sjacheraars zoeken hun heil elders. De winkels zullen uiteindelijk weer open gaan maar de horeca blijft tot 1 juni dicht. Amsterdammers hebben oog voor elkaar sores, dagelijkse RIVM cijfers van besmettingen en sterftecijfers zijn de maat der dingen.
Slechts een snelle pandemie maakten van de ene op andere dag einde aan globalisering en de stijgende groei van 23 miljoen toeristen in 2025.
Lente in de Stad De verstilling van de Wallen deze lente is uniek. Ik grijp de kans om de buurt te bekijken. De druk bezette hoeken zijn door dealers en pooiers verlaten. In de stegen struinen slechts wat daklozen. De structuur van de Burgwallen ooit een ruw gepolijst doolhof toegeëigend door krakers en kunstenaars is met de tijd door schaalvergroting van hotels verdwenen. Maar met het wegblijven van toeristen is het mogelijk de wirwar van bestaande gangen en stegen te ontdekken en met een beetje mazzel zijn voormalige publieke gangen en poorten in private eigendom verstopt achter gesloten hekwerken deze dagen toegankelijk.
Publieke Ruimte Er is geen hond overdag maar op de Oudezijds duiken opeens enkele hoerenlopers op uit de anonimiteit. Een stukje verderop hangen dames verveeld achter de ramen. Enkel de Febo heeft klanten. Publiek geheim van ‘romantisch met rood verlichte’ privévertrekken groeide vanaf de jaren ’50 uit tot de publiek zichtbare industrie van efficiënte peeskamers; raamprostitutie. De geschiedenis van de prostitutie is zo oud als de stad. In de 17e eeuw ontmoetten vrouwen hun klanten in de kroeg, herberg of thuis. Privé en openbaar liepen in elkaar over. De publieke ruimte voor de huizen tot aan de grachten was het gemeenschappelijk gebied van de bewoners voor huisnijverheid. Varkens, kippen en geiten werden onderling gedeeld. Het verlengde van de woning was de gracht, steeg of straat. Voordeuren stonden open zodat ruimtes waar gedronken gegeten en handel werd gedreven toegankelijk waren voor passanten.
Andere Tijden Tijdens de 19e eeuw is het verval van Amsterdam gedocumenteerd. De grote doorbraak vanaf circa 1860 was voor fotografen aanleiding de stad vast te leggen. Een vreemd gezicht moet het zijn geweest; terwijl de fotograaf op de brug van een van vele grachten die binnenkort zal worden gedempt, een lichtgevoelige natte glasplaat prepareert en in zijn camera plaatst, klontert het nieuwsgierige volk samen in het vast te leggen onderwerp. Terug in zijn atelier dompelt de fotopionier de plaat in een bad met zilvernitraat oplossing. In het latente beeld verschijnen de contouren van een gracht terwijl het aanwezige gepeupel voor de krot woningen is opgelost in de bewegingsonscherpte en de lange opnametijden. De slimme enkeling die is vereeuwigd moet gefixeerd hebben staan kijken naar die man met statief en camera.
Wanneer ik tijdens het wandelen over de stille burgwallen bewoners en het aanwezige hoofdstedelijke schuim tref moet ik denken aan de scherpe portretten van anonieme figuranten omgeven met schimmige passanten in het 19e eeuws decor van verval. De huidige bewoners als de stille getuige in het ongewisse van de toekomst.
Zomer in de stad Zonder massatoerisme blijft het ook tijdens de zomervakantie stil op de Unesco erfgoed site. Na versoepeling van de lockdown verschijnen op de Wallen opeens toeristen. Jongeren op blow vakantie. Vals alarm. Bewoners houden voorlopig de stad deels voor zichzelf. Met mooi weer verhuisd de huisraad naar buiten. De zomer thuis zochten Amsterdammers verkoeling in de luwte van het stadspark, tijdens de hittegolf werd er gezwommen in het IJ. De 1,5 meter verdween naar de achtergrond, weerrecords waren het nieuws van de dag. De hemel vrij van vliegverkeer kleurt strakblauw. De zon maakt overuren. Vanaf half augustus stijgen de besmettingen. Vakantiegangers keren terug. Thuis werken is op zijn retour. Den Haag terug van reces volgen weken van maatregelen om de tweede lockdown te voorkomen. Half oktober gaat de horeca en culturele sector plat met grote financiële en sociale gevolgen.
Onder constructie Maar echt stil zal het niet worden. Het stadsbestuur heeft in allerijl infrastructurele werkzaamheden uit te voeren. Duidelijk zichtbaar is achterstallig onderhoud van 200 kilometer kade en 800 bruggen. De komende jaren transformeren de grachten in openbare werken en bomen massaal moeten wijken.
Verbouwing Opvallend genoeg zijn particuliere bezitters. terwijl bruggen en kades in storten, en masse aan het verbouwen geslagen. Thuiszitten lijkt de trend te versterken. Tijdens de zomer komt geen einde aan de verbouw woede. De economische malaise maakt alsnog geen einde aan de stijgende vastgoed waarde. De aanvragen voor verbouwing groeide ten opzichte van 2019 in Amsterdam met 17 procent. Negen van de tien keer verzuimen particulieren – in hun opportunisme om meer ruimte te creëren volledige kelders uitgraven, tussenmuren slopen, extra verdieping plaatsen – hun eigen buren in te lichten over grootschalige verbouwing. Timing is te bizar voor woorden. Het nieuwe normaal is thuiszitten en werken. Een op de vijf stedelingen heeft overlast van de buren een deur verderop.
Cogito Interruptus Afgelopen decennium raakte in de ban van neoliberalisme. Het mantra van gentrificatie met het opkomende globalisering ontspoorde de cyclus van hoofdstedelijke aanwas volledig. City marketing ontketende massaal toerisme. Op zoek naar rendement volgden internationale investeerders.
‘De stad gaat ten onder aan haar eigen succes’. Volgens voormalig burgemeester van der Laan is dit de grootste uitdaging voor Amsterdam vlak voor zijn overlijden in 2017.
Door de hausse van anywheres en expats veranderde samenstelling en aanbod van de buurten. Met belofte van lokale authenticiteit verzilverde projectontwikkelaars het decor van startups. Evenwel verkleinde het speelveld van minima, creatieven, entrepreneurs en flexwerkers van de deeltijdeconomie. De explosieve snelheid waar mee elke steen en vierkante meter dreigt te worden gekapitaliseerd moet wel hebben geleidt tot cogito interruptus, een collectieve toestand waarin niet meer normaal kan worden nagedacht.
Na decennia economische voorspoed is de kas leeg. Amsterdam kampt met het jarenlange vooruitzicht van openlucht museum in onderhoud. De gemeenteraad zoekt het antwoord op de vraag van een verdienmodel.
Hoe uniek de verstilling van de stad is moet nog blijken. Met de onzekere toekomst in het verschiet verbeeld mijn persoonlijke visie van de stad;